Subh Divali!
Dames en heren,
Graag had ik u allemaal persoonlijk ontmoet en persoonlijk toegesproken.
Maar corona heeft ons leven volledig op z’n kop gezet. En dat zal nog wel even zo blijven.
Dat is geen fijn vooruitzicht – met de donkere wintermaanden die voor ons liggen.
Tegelijkertijd zijn juist déze maanden bij uitstek geschikt om ons te bezinnen op waar het werkelijk om gaat in het leven.
Divali komt dan ook als geroepen.
Het feest waar Hindoes, Sikhs en Jains ieder jaar, overal ter wereld naar uitkijken.
Vooral ook hier in Den Haag, de stad die zich de Hindoestaanse hoofdstad van het Europese vasteland mag noemen.
Corona stelt ons voor grote uitdagingen.
Als wethouder voor Zorg, Jeugd en Volksgezondheid heb ik daar dagelijks mee te maken.
Als stadsbestuur doen wij al het mogelijke om de gevolgen van deze coronacrisis zo goed als het kan het hoofd te bieden. Dat doen wij gelukkig niet alleen.
Hartverwarmend zijn de initiatieven van al die talloze mensen die zich inzetten voor anderen.
Van grote gebaren – zoals het bereiden van warme maaltijden voor duizenden kwetsbare ouderen.
Tot kleine gebaren – zoals even een belletje naar de buurvrouw die nu al een paar dagen alleen thuis zit. Een stad kan pas echt tot bloei komen wanneer zij ook in sociaal opzicht sterk en evenwichtig is.
Dat begint met mensen onderling. Zoals een respectvolle en vriendelijke omgang met elkaar.
Het benadrukken van wat ons verbindt, in plaats van hameren op wat ons scheidt.
Een beetje aandacht voor elkaar. Voor je buurman, die oude dame in de straat, die stille man die zo vaak alleen op dat bankje zit.
Dat er licht moge schijnen in hun en ons aller leven.